In landen als Nederland en Schotland bestaat 80% van de Koepon-gronden uit grasland – meestal langblijvend met een klein gedeelte kortblijvend.
In Polen worden luzerne, voedermaïs, sorghum, sojabonen en hooi geteeld in rotatie met tarwe, koolzaad, gerst en suikerbieten.
Op de biologische boerderij in Duitsland omvatten gewassen gras-klaver-mixen (25% van alle hectares als voedergewassen of groenbemester), luzerne, rode klaver, witte lupines, veldbonen, maïs, tarwe, gerst en rogge. De klaver, luzerne, lupine en bonen halen niet alleen stikstof uit de lucht en brengen het in de grond, maar ze zijn ook perfect voer voor onze melkkoeien.
In ruil daarvoor voedt de mest van onze dieren de grond met zeer waardevolle voedingsstoffen. Wat kan de natuur nog meer vragen?